vrijdag, december 12, 2008

De Dijk

Wat je als leraar volgens veel leerlingen niet zou moeten doen, is zingen in de klas. Nou ja, het mag wel, maar er zit altijd wel een meisje op de voorste rij (en dan vooral in klas 1) dat heel hard gaat giechelen als je gaat zingen. Toch kun je door af en toe eens een mooi liedje te zingen blij verrast worden door een leerling die opeens mee gaat zingen. Zo kwam ik er dit jaar achter dat ik onder mijn leerlingen een paar echte liefhebbers van De Dijk heb. Tja, als een leerling vraagt of het licht uit mag als we een stukje video gaan kijken, dan is de link natuurlijk al snel gelegd naar "Mag het licht uit". Toch heb ik in mijn vijfde klas ook nog wel wat missiewerk te verrichten. Bij het lezen van een gedicht van Propertius waarin hij beschrijft hoe Amor hem kwelt, terwijl zijn hart al helemaal is uitgedroogd, kon ik het niet laten om even "Bloedend Hart" aan te heffen, maar tevergeefs. Er zit zo'n mooie zinssnede in: "Ik wacht op wat gaat komen / Als ik ben leeggebloed". Laten we hopen dat dat bloeden toch maar gestelpt kan worden, want anders zouden we Huub toch maar missen. Propertius raadt in zijn gedicht Amor aan om zijn pijlen maar op iemand anders te richten, want wie zou anders gedichten over amor moeten maken? Voor alle vijfdeklassers die dat prachtige gedicht van Propertius gelezen hebben, volgt hier "Bloedend Hart" van De Dijk.


Een ´prozaïsche´ vertaling van Propertius, Carm. 2.12:

Wie hij ook was, die Amor als jongen geschilderd heeft,
denk je niet dat deze wonderlijke handen gehad heeft?
Hij zag voor het eerst dat geliefden zonder verstand leven,
en dat grote goederen door onbelangrijke zorgen verloren gaan.
5 Dezelfde voegde niet tevergeefs vleugels toe, snel als de wind,
en beeldde af hoe de god weg van het menselijk hart vliegt:
natuurlijk omdat wij heen en weer worden gesmeten tussen de golven,
en de wind met ons op geen plaatsen standvastig is.
En terecht is zijn hand bewapend met pijlen voorzien van weerhaken,
10 en hangt er een pijlkoker uit Kreta aan beide schouders:
omdat hij toeslaat voordat wij van een veilige afstand de vijand zien,
en niemand na die wond gezond weggaat.
In mij blijven de pijlen, blijft ook het beeld van de jongen -
maar hij heeft beslist zijn vleugels verloren;
15 omdat hij - ach! - nergens heen van mijn hart wegvliegt,
en onafgebroken oorlogen voert ten koste van mijn bloed.
Waarom is het jou aangenaam te wonen in een uitgedroogd hart?
Als je eergevoel hebt, schiet dan je pijlen ergens anders heen, knaap!
Het is beter degenen die nog niet zijn aangeraakt met dat vergif van jou te overvallen:
20 niet ik, maar mijn ijle schim heeft te lijden.
Als je die te gronde richt, wie zal er dan zijn die dergelijke dingen bezingen moet,
(deze lichte Muze van mij is jouw grote roem),
die het hoofd en de vingers en de zwarte ogen van het meisje
moet bezingen en hoe haar voetjes gewoonlijk sierlijk gaan?

Geen opmerkingen: